re
Nederlands
Woordafbreking
- re
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘muzieknoot’ voor het eerst aangetroffen in 1479 [1]
- van Middelnederlands re (zie hieronder) [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | re | re's |
verkleinwoord | re'tje | re'tjes |
Zelfstandig naamwoord
re v/m
- Sommige oudere mensen kennen die noot als re.
Gangbaarheid
- Het woord re staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 're' herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen. |
Italiaans
enkelvoud | meervoud |
---|---|
re | re |
Zelfstandig naamwoord
Uitspraak
- IPA: /re/
Verwante begrippen
Zelfstandig naamwoord
Uitspraak
- IPA: /rɛ/
Lets
Woordherkomst en -opbouw
- verkorting van redzi, de gebiedende wijs tweede persoon enkelvoud van redzēt "zien"
Middelnederlands
Woordherkomst en -opbouw
- Eerste lettergreep van Latijn resonare "(weerklinken". Guido van Arezzo
maakte in de 11e eeuw een toonladder van van zes diatonisch opvolgende tonen ut, re, mi, fa, sol, la. Voor deze namen nam hij de eerste lettergreep van elke regel in een hymne gewijd aan Johannes de Doper omdat die op de betreffende toonhoogte wordt gezongen:
Ut queant laxis
resonare fibris,
mira gestorum
famuli tuorum,
solve polluti
labii reatum, Sancte Ioannes.
(Opdat uw dienaren met zachte stem uw wonderdaden laten weerklinken: verlos hun bezoedelde lippen van schuld, Sint Johannes.)[1]
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.