zwei

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • zwei
enkelvoud meervoud
naamwoord zwei zweien
verkleinwoord zweitje zweitjes

Zelfstandig naamwoord

zwei v/m

  1. (gereedschap) een verstelbare winkelhaak
    • Omdat die hoek niet haaks is kun je beter een zwei gebruiken. 

Gangbaarheid
  • Het woord zwei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
16 %van de Nederlanders;
13 %van de Vlamingen.

Duits
0002
zwei,
op een abacus


Telwoord (Duits)
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
50 51 52 53 54 55 56 57 58 59
60 61 62 63 64 65 66 67 68 69
70 71 72 73 74 75 76 77 78 79
80 81 82 83 84 85 86 87 88 89
90 91 92 93 94 95 96 97 98 99
100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000
106 109 1012 1015 1018 1021 1024 1027 1030 1033
1036 1039 1042 1045 1048 1051 1054 1057 1060 1063
10100 10303 103003 ∞
Uitspraak

Hoofdtelwoord

zwei

  1. twee
Opmerkingen
  • In sommige gevallen wordt zwo in plaats van zwei gebruikt.

Ripuarisch
Uitspraak
  • IPA: /ʦʊɑɪ/

Hoofdtelwoord

zwei

  1. twee
Schrijfwijzen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.