honderdenzevenendertig
Nederlands
0 | 1 | 3 | 7 |
honderdenzevenendertig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: honderdenzevenendertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərtɛnˈzevənənˌdɛrtəx /; soms met nadruk ter onderscheiding van 'honderdennegenendertig': /ˌhɔndərtɛnˈzøvənənˌdɛrtəx/
Woordafbreking
- hon·derd·en·ze·ven·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van honderd ht, en vw en zevenendertig ht
Hoofdtelwoord
honderdenzevenendertig
- "137", langere vorm van honderdzevenendertig, honderd plus zevenendertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft honderdenzevenendertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdenzevenendertig.
Synoniemen
- honderdzevenendertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "honderdenzevenendertig" wordt zelden gebruikt)[1][2]
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- honderdenzevenendertigste
hooftelwoord samengesteld met "honderdenzevenendertig" ht als linkerdeel
- honderdenzevenendertigduizend
Gangbaarheid
- Het woord 'honderdenzevenendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Haeseryn, W. e.a. "7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden" in: Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) op website: ans.ruhosting.nl; onder 2 [2]; geraadpleegd 2018-12-06
- Tweeduizend zes / tweeduizend en zes op website Nederlandse Taalunie: taaladvies.net; geraadpleegd 2018-12-06
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.