honderdentweeënzestig

Nederlands

0162
honderdentweeënzestig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·en·tweeën·zes·tig, hon·derd·en·twee·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

honderdentweeënzestig

  1. "162", langere vorm van honderdtweeënzestig, honderd plus tweeënzestig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft honderdentweeënzestig euro en vijftig cent opgebracht. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdentweeënzestig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • honderdentweeënzestigste

hooftelwoord samengesteld met "honderdentweeënzestig" ht als linkerdeel

  • honderdentweeënzestigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'honderdentweeënzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.