honderdjarige
Nederlands
Woordafbreking
- hon·derd·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw
- honderdjarig met de uitgang -e
Bijvoeglijk naamwoord
honderdjarige
- verbogen vorm van de stellende trap van honderdjarig
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | honderdjarige | honderdjarigen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
honderdjarige m/v
- iemand die zijn honderdste verjaardag viert
- iemand die minstens 100 jaar oud is
- iets dat honderd jaar bestaat, iets wat honderd jaar duurt
Gangbaarheid
- Het woord honderdjarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'honderdjarige' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.