honderdtien

Nederlands

0110
honderdtien,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·tien
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

honderdtien

  1. "110", het getal tussen honderdnegen en honderdelf, honderd plus tien
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen honderdtien euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdtien van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • honderdtiende

hooftelwoorden samengesteld met "honderdtien" ht als linkerdeel

  • honderdtienduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdtien honderdtiens
verkleinwoord honderdtientje honderdtientjes

Zelfstandig naamwoord

honderdtien v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 110 is aangeduid
    • Als jij honderdtien opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

honderdtien mv

  1. groep van 110 eenheden
    • Die honderdtien kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord honderdtien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.