honderddrieëntwintig

Nederlands

0123
honderddrieëntwintig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·drieën·twin·tig, hon·derd·drie·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

honderddrieëntwintig

  1. "123", het getal tussen honderdtweeëntwintig en honderdvierentwintig, honderd plus drieëntwintig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen honderddrieëntwintig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer honderddrieëntwintig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • honderddrieëntwintigste

hooftelwoorden samengesteld met "honderddrieëntwintig" ht als linkerdeel

  • honderddrieëntwintigduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderddrieëntwintig honderddrieëntwintigs
verkleinwoord honderddrieëntwintigje honderddrieëntwintigjes

Zelfstandig naamwoord

honderddrieëntwintig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 123 is aangeduid
    • Als jij honderddrieëntwintig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

honderddrieëntwintig mv

  1. groep van 123 eenheden
    • Die honderddrieëntwintig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.