honderdzesenvijftig

Nederlands

0156
honderdzesenvijftig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·zes·en·vijf·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

honderdzesenvijftig

  1. "156", het getal tussen honderdvijfenvijftig en honderdzevenenvijftig, honderd plus zesenvijftig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen honderdzesenvijftig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdzesenvijftig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • honderdzesenvijftigste

hooftelwoorden samengesteld met "honderdzesenvijftig" ht als linkerdeel

  • honderdzesenvijftigduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdzesenvijftig honderdzesenvijftigs
verkleinwoord honderdzesenvijftigje honderdzesenvijftigjes

Zelfstandig naamwoord

honderdzesenvijftig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 156 is aangeduid
    • Als jij honderdzesenvijftig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

honderdzesenvijftig mv

  1. groep van 156 eenheden
    • Die honderdzesenvijftig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'honderdzesenvijftig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.