honderdzevenentwintig

Nederlands

0127
honderdzevenentwintig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·ze·ven·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

honderdzevenentwintig

  1. "127", het getal tussen honderdzesentwintig en honderdachtentwintig, honderd plus zevenentwintig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen honderdzevenentwintig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdzevenentwintig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • honderdzevenentwintigste

hooftelwoorden samengesteld met "honderdzevenentwintig" ht als linkerdeel

  • honderdzevenentwintigduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdzevenentwintig honderdzevenentwintigs
verkleinwoord honderdzevenentwintigje honderdzevenentwintigjes

Zelfstandig naamwoord

honderdzevenentwintig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 127 is aangeduid
    • Als jij honderdzevenentwintig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

honderdzevenentwintig mv

  1. groep van 127 eenheden
    • Die honderdzevenentwintig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'honderdzevenentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.