honderdentwee

• Geluid:  honderdentwee    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌhɔndərtɛnˈtwe /

• hon·derd·en·twee

• samenstellende samenstelling van  honderd ht,   en vw  en  twee ht 

honderdentwee

1. "102", langere vorm van honderdtwee, honderd plus twee
   1. om een hoeveelheid aan te geven

1. 1. • De inzameling heeft honderdentwee euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

1. 1. • De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdentwee. 

• honderdtwee (deze kortere vorm wordt meer gebruikt)[1][2]

rangtelwoord

• honderdentweede

hooftelwoord samengesteld met "honderdentwee" ht als linkerdeel

• honderdentweeduizend

• Het woord honderdentwee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.