tweehonderdachtenveertig
Nederlands
0 | 2 | 4 | 8 |
tweehonderdachtenveertig,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- twee·hon·derd·acht·en·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tweehonderd ht en achtenveertig ht
Hoofdtelwoord
tweehonderdachtenveertig
- "248", het getal tussen tweehonderdzevenenveertig en tweehonderdnegenenveertig, tweehonderd plus achtenveertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen tweehonderdachtenveertig euro en zevendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdachtenveertig van het grootste hotel.
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- tweehonderdachtenveertigste
hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdachtenveertig" ht als linkerdeel
- tweehonderdachtenveertigduizend
Vertalingen
1. het getal 248
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweehonderdachtenveertig | tweehonderdachtenveertigs |
verkleinwoord | tweehonderdachtenveertigje | tweehonderdachtenveertigjes |
Zelfstandig naamwoord
tweehonderdachtenveertig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 248 is aangeduid
- Als jij tweehonderdachtenveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
tweehonderdachtenveertig mv
- groep van 248 eenheden
- Die tweehonderdachtenveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
Gangbaarheid
- Het woord 'tweehonderdachtenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.