tweehonderdzesenzestig
Nederlands
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
0 | 2 | 6 | 6 |
tweehonderdzesenzestig,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- twee·hon·derd·zes·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tweehonderd ht en zesenzestig ht
Hoofdtelwoord
tweehonderdzesenzestig
- "266", het getal tussen tweehonderdvijfenzestig en tweehonderdzevenenzestig, tweehonderd plus zesenzestig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen tweehonderdzesenzestig euro en zevendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdzesenzestig van het grootste hotel.
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- tweehonderdzesenzestigste
hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdzesenzestig" ht als linkerdeel
- tweehonderdzesenzestigduizend
Vertalingen
1. het getal 266
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweehonderdzesenzestig | tweehonderdzesenzestigs |
verkleinwoord | tweehonderdzesenzestigje | tweehonderdzesenzestigjes |
Zelfstandig naamwoord
tweehonderdzesenzestig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 266 is aangeduid
- Als jij tweehonderdzesenzestig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
tweehonderdzesenzestig mv
- groep van 266 eenheden
- Die tweehonderdzesenzestig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
Gangbaarheid
- Het woord 'tweehonderdzesenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.