tweehonderdzesennegentig
Nederlands
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
0 | 2 | 9 | 6 |
tweehonderdzesennegentig,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- twee·hon·derd·zes·en·ne·gen·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tweehonderd ht en zesennegentig ht
Hoofdtelwoord
tweehonderdzesennegentig
- "296", het getal tussen tweehonderdvijfennegentig en tweehonderdzevenennegentig, tweehonderd plus zesennegentig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen tweehonderdzesennegentig euro en zevendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdzesennegentig van het grootste hotel.
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- tweehonderdzesennegentigste
hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdzesennegentig" ht als linkerdeel
- tweehonderdzesennegentigduizend
Vertalingen
1. het getal 296
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweehonderdzesennegentig | tweehonderdzesennegentigs |
verkleinwoord | tweehonderdzesennegentigje | tweehonderdzesennegentigjes |
Zelfstandig naamwoord
tweehonderdzesennegentig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 296 is aangeduid
- Als jij tweehonderdzesennegentig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
tweehonderdzesennegentig mv
- groep van 296 eenheden
- Die tweehonderdzesennegentig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
Gangbaarheid
- Het woord 'tweehonderdzesennegentig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.