tweehonderdtweeënnegentig

Nederlands

0292
tweehonderdtweeënnegentig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·tweeën·ne·gen·tig, twee·hon·derd·twee·en·ne·gen·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

tweehonderdtweeënnegentig

  1. "292", het getal tussen tweehonderdeenennegentig en tweehonderddrieënnegentig, tweehonderd plus tweeënnegentig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen tweehonderdtweeënnegentig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdtweeënnegentig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • tweehonderdtweeënnegentigste

hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdtweeënnegentig" ht als linkerdeel

  • tweehonderdtweeënnegentigduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord tweehonderdtweeënnegentig tweehonderdtweeënnegentigs
verkleinwoord tweehonderdtweeënnegentigje tweehonderdtweeënnegentigjes

Zelfstandig naamwoord

tweehonderdtweeënnegentig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 292 is aangeduid
    • Als jij tweehonderdtweeënnegentig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

tweehonderdtweeënnegentig mv

  1. groep van 292 eenheden
    • Die tweehonderdtweeënnegentig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'tweehonderdtweeënnegentig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.