tweehonderdvijfentachtig
Nederlands
0 | 2 | 8 | 5 |
tweehonderdvijfentachtig,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- twee·hon·derd·vijf·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tweehonderd ht en vijfentachtig ht
Hoofdtelwoord
tweehonderdvijfentachtig
- "285", het getal tussen tweehonderdvierentachtig en tweehonderdzesentachtig, tweehonderd plus vijfentachtig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen tweehonderdvijfentachtig euro en zevendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdvijfentachtig van het grootste hotel.
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- tweehonderdvijfentachtigste
hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdvijfentachtig" ht als linkerdeel
- tweehonderdvijfentachtigduizend
Vertalingen
1. het getal 285
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweehonderdvijfentachtig | tweehonderdvijfentachtigs |
verkleinwoord | tweehonderdvijfentachtigje | tweehonderdvijfentachtigjes |
Zelfstandig naamwoord
tweehonderdvijfentachtig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 285 is aangeduid
- Als jij tweehonderdvijfentachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
tweehonderdvijfentachtig mv
- groep van 285 eenheden
- Die tweehonderdvijfentachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
Gangbaarheid
- Het woord 'tweehonderdvijfentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.