tweehonderdnegenentachtig
Nederlands
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
0 | 2 | 8 | 9 |
tweehonderdnegenentachtig,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- twee·hon·derd·ne·gen·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tweehonderd ht en negenentachtig ht
Hoofdtelwoord
tweehonderdnegenentachtig
- "289", het getal tussen tweehonderdachtentachtig en tweehonderdnegentig, tweehonderd plus negenentachtig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen tweehonderdnegenentachtig euro en zevendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdnegenentachtig van het grootste hotel.
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- tweehonderdnegenentachtigste
hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdnegenentachtig" ht als linkerdeel
- tweehonderdnegenentachtigduizend
Vertalingen
1. het getal 289
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweehonderdnegenentachtig | tweehonderdnegenentachtigs |
verkleinwoord | tweehonderdnegenentachtigje | tweehonderdnegenentachtigjes |
Zelfstandig naamwoord
tweehonderdnegenentachtig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 289 is aangeduid
- Als jij tweehonderdnegenentachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
tweehonderdnegenentachtig mv
- groep van 289 eenheden
- Die tweehonderdnegenentachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
Gangbaarheid
- Het woord 'tweehonderdnegenentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.