tweehonderdennegenenzestig

Nederlands

0269
tweehonderdennegenenzestig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·en·ne·gen·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

tweehonderdennegenenzestig

  1. "269", langere vorm van tweehonderdnegenenzestig, tweehonderd plus negenenzestig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft tweehonderdennegenenzestig euro en vijftig cent opgebracht. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdennegenenzestig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • tweehonderdennegenenzestigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdennegenenzestig" ht als linkerdeel

  • tweehonderdennegenenzestigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'tweehonderdennegenenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.