tweehonderdentweeënzestig
Nederlands
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
0 | 2 | 6 | 2 |
tweehonderdentweeënzestig,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- twee·hon·derd·en·tweeën·zes·tig, twee·hon·derd·en·twee·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van tweehonderd ht, en vw en tweeënzestig ht
Hoofdtelwoord
tweehonderdentweeënzestig
- "262", langere vorm van tweehonderdtweeënzestig, tweehonderd plus tweeënzestig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft tweehonderdentweeënzestig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdentweeënzestig.
Synoniemen
- tweehonderdtweeënzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdentweeënzestig" wordt zelden gebruikt)[1][2]
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- tweehonderdentweeënzestigste
hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdentweeënzestig" ht als linkerdeel
- tweehonderdentweeënzestigduizend
Gangbaarheid
- Het woord 'tweehonderdentweeënzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Haeseryn, W. e.a. "7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden" in: Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) op website: ans.ruhosting.nl; onder 2 [2]; geraadpleegd 2018-12-06
- Tweeduizend zes / tweeduizend en zes op website Nederlandse Taalunie: taaladvies.net; geraadpleegd 2018-12-06
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.