één
Nederlands
![]() |
Woordafbreking
- één
Hoofdtelwoord
één
Verbuiging
- Verbogen vorm: ene.
Schrijfwijzen
- Wordt als Eén geschreven aan het begin van een zin.
- Arabisch cijfer: 1
- Chinees cijferteken: 壹, 一
- Grieks cijferteken: A'
- Romeins cijfer: I.
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Vertalingen
1. de inhoud van de kleinste niet-lege verzameling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | één | enen |
verkleinwoord | eentje | eentjes |
Zelfstandig naamwoord
één v
- het getal 1
Bijvoeglijk naamwoord
één
- in vergelijking tussen twee zaken
- Het één is goed, het ander ook niet slecht.
- De ene beschrijving is beter dan de andere.
Gangbaarheid
- Het woord 'één' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie. De vaste verbinding "over één kam scheren" staat daar wel in.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'één' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.