eenmaal
Nederlands
Woordafbreking
- een·maal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van een en maal
Telbijwoord
eenmaal
- een enkele keer
- Hij heeft die vergissing slechts eenmaal gemaakt.
- nu ~ een feit dat niet veranderd kan worden
- Hij heeft die vergissing nu eenmaal gemaakt.
- Sommige vrouwen zijn nu eenmaal enorme kletskousen daar moet je maar mee zien te leven.
- als ... ~ geeft een verandering in omstandigheden aan bij een bepaalde gebeurtenis, eens
- Als ik eenmaal een nieuwe baan heb zal ik je zeker trakteren.
- Als er eenmaal water door de dijk begint te komen, is een doorbraak onvermijdelijk geworden.
Vertalingen
1. een enkele keer
Gangbaarheid
- Het woord eenmaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eenmaal' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.