eenling
Nederlands
Woordafbreking
- een·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eenling | eenlingen |
verkleinwoord | eenlingetje | eenlingetjes |
Zelfstandig naamwoord
eenling m [1]
- eenzelvig persoon, iemand die niet tot een groep behoort
- De AIVD is bang voor eenlingen met kwade bedoelingen, want die zijn moeilijk te traceren.
Gangbaarheid
- Het woord eenling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eenling' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.