aaneen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aaneen    (hulp, bestand)
  • IPA: /an'en/
Woordafbreking
  • aan·een
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van tijd: elkaar in tijd opvolgend’ voor het eerst aangetroffen in 1436 [1]
  • samenstelling van  aan   en  een   [2]

Bijwoord

aaneen

  1. zonder tussenruimte
    • De zomerhuisjes stonder zeer dicht aaneen. 
  1. achter elkaar
  2. in samenkoppelingen: aan elkaar
    • De politieagent bond de handen van de dief aaneen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aaneen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.