aaneen
Nederlands
Woordafbreking
- aan·een
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘bijwoord van tijd: elkaar in tijd opvolgend’ voor het eerst aangetroffen in 1436 [1]
- samenstelling van aan en een [2]
Bijwoord
aaneen
- zonder tussenruimte
- De zomerhuisjes stonder zeer dicht aaneen.
- achter elkaar
- in samenkoppelingen: aan elkaar
- De politieagent bond de handen van de dief aaneen.
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord aaneen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aaneen' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.