ander
Nederlands
Woordafbreking
- an·der
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘telwoord: de tweede, niet dezelfde’ voor het eerst aangetroffen in 701 [1]
- uit het Middelnederlands [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ander | anderen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
ander m
- diegene die je niet zelf bent
- Dat laat ik aan anderen over.
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
|
Bijvoeglijk naamwoord
ander
- niet deze
- De broek heeft een andere kleur dan deze trui.
- een of ander: het maakt niet uit
- Geef mij maar een of ander koekje het maakt mij allemaal niets uit.
- het een en ander:dit en wat anders
- We kregen het een en ander te horen van de baas, maar lang niet alles.
Verwante begrippen
Hyponiemen
- een of ander, overander
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. niet deze
Gangbaarheid
- Het woord ander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ander' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.