ion

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ion    (hulp, bestand)
  • IPA: /jɔn, /'jonə(n)/
Woordafbreking
  • ion
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘elektrisch geladen deeltje’ voor het eerst aangetroffen in 1886 [1]
  • neologisme uit het Grieks ion, met het achtervoegsel -on [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ion ionen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

ion o

  1. (natuurkunde) (scheikunde) een atoom of een molecuul die elektrisch geladen is door een gebrek aan of overschot van één of meer elektronen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ion staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie


Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.