driewieler

Nederlands

driewieler (taxifiets) in Amsterdam
Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·wie·ler
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘voertuig met drie wielen’ voor het eerst aangetroffen in 1869 [1]
  • Samenstellende afleiding van drie en wiel met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord driewieler driewielers
verkleinwoord driewielertje driewielertjes

Zelfstandig naamwoord

driewieler m

  1. voertuig op drie wielen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord driewieler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.