Bulgaars
Nederlands
ISO 639-3 |
---|
bul |
bestand |
Woordafbreking
- Bul·gaars
Zelfstandig naamwoord
Bulgaars o
- (taal) een Slavische taal die wordt gesproken in Bulgarije
- Het Bulgaars wordt nog veel gesproken.
Vertalingen
1. een Slavische taal die wordt gesproken in Bulgarije
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Bulgaars | Bulgaarser | Bulgaarst |
verbogen | Bulgaarse | Bulgaarsere | Bulgaarste |
partitief | Bulgaars | Bulgaarsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Bulgaars
Verwante begrippen
Demoniemen bij Bulgarije in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Bulgaar • inwoonster: Bulgaarse • bijvoeglijk: Bulgaars |
Vertalingen
1. met betrekking tot Bulgarije of de Bulgaarse taal
|
Gangbaarheid
- Het woord Bulgaars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Afrikaans
Uitspraak
- IPA: /bœɫˈxɑːrs/
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.