drietal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·tal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drietal drietallen
verkleinwoord drietalletje drietalletjes

Zelfstandig naamwoord

drietal o

  1. welgeteld drie
    • Er werd een drietal redenen genoemd. 
  1. een groep van drie
    • Het vrolijke drietal liep lachend weg. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • drietallig
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord drietal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.