driearmig
Nederlands
![](../I/m/Driearmig_kruis.jpg)
driearmig kruis
Woordafbreking
- drie·ar·mig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van drie tw en arm zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | driearmig |
verbogen | driearmige |
partitief | driearmigs |
Bijvoeglijk naamwoord
driearmig [1]
- drie armen hebbend
- Door tezelfdertijd Hammondorgel, Fender Rhodes en een andere elektrische piano te bedienen, onderwijl met zijn kin subtiel een sampler aanstippend, droeg de schijnbaar driearmige toetsenist zorg voor een enorme verrijking van het geluid. [2]
- „Vindt u dat een mooie kandelaar?” Hij wijst naar het opzichtigste driearmige gedrocht dat ik ooit gezien heb: een met nep-Swarovskisteentjes beplakt geval met blikkerende hangpegels. [3]
Gangbaarheid
- Het woord driearmig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'driearmig' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Annemiek van Grondel 17 augustus 1999 Montere Supergrass in de Melkweg
- NRC Rascha Peper 19 december 2011 Opzichtige kandelaars in donkere dagen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.