driedubbel
Nederlands
Woordafbreking
- drieĀ·dubĀ·bel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van drie en dubbel
stellend | |
---|---|
onverbogen | driedubbel |
verbogen | driedubbele |
partitief | driedubbels |
Bijvoeglijk naamwoord
driedubbel [1]
- Hij had driedubbel geluk: hij had zijn eindexamen gehaald, hij was ingeloot voor de geneeskundestudie en kreeg ook nog een kamer aangeboden in de studentenflat.
- Wij hebben driedubbel glas in ons huis dat zeer goed isolerend is."
Gangbaarheid
- Het woord driedubbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'driedubbel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.