ach
Nederlands
Woordafbreking
- ach
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitroep van droefheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
Tussenwerpsel
ach
- drukt medelijden, verbazing, ontzetting of onsteltenis uit
- Heeft hij echt kanker? Ach, nee toch!
- drukt uit dat iets minder belangrijk is
- Ach, dat heb je wel vaker met meisjes van deze leeftijd.
- drukt boosheid uit
- Ach! Hou nou eens eindelijk je grote mond dicht snotaap.
Gangbaarheid
- Het woord ach staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ach' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Limburgs
Telwoord (lim) | ||||
---|---|---|---|---|
0 | ||||
1 | 11 | 10 | 100 | 103 |
2 | 12 | 20 | 200 | 106 |
3 | 13 | 30 | 300 | 109 |
4 | 14 | 40 | 400 | 1012 |
5 | 15 | 50 | 500 | 1015 |
6 | 16 | 60 | 600 | 1018 |
7 | 17 | 70 | 700 | 1021 |
8 | 18 | 80 | 800 | 1024 |
9 | 19 | 90 | 900 | 1027 |
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ɑx/ (Etsbergs)
Afgeleide begrippen
- achste
Slowaaks
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /ax/
Woordafbreking
- ach
Tussenwerpsel
ach
Verwante begrippen
- achlich
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.