vierhonderdveertig
Nederlands
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
0 | 4 | 4 | 0 |
vierhonderdveertig,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- vier·hon·derd·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vierhonderd ht en veertig ht
Hoofdtelwoord
vierhonderdveertig
- "440", het getal tussen vierhonderdnegenendertig en vierhonderdeenenveertig, vierhonderd plus veertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen vierhonderdveertig euro en zevendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderdveertig van het grootste hotel.
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- vierhonderdveertigste
hooftelwoorden samengesteld met "vierhonderdveertig" ht als linkerdeel
- vierhonderdveertigduizend
Vertalingen
1. het getal 440
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vierhonderdveertig | vierhonderdveertigs |
verkleinwoord | vierhonderdveertigje | vierhonderdveertigjes |
Zelfstandig naamwoord
vierhonderdveertig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 440 is aangeduid
- Als jij vierhonderdveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
vierhonderdveertig mv
- groep van 440 eenheden
- Die vierhonderdveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
Gangbaarheid
- Het woord 'vierhonderdveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.