-heid
Nederlands
Huidig bestand |
---|
999 |
Uitspraak
- IPA: /-ɦɛɪt/
Woordafbreking
- -heid
Woordherkomst en -opbouw
- Van Middelnederlands -heide, -heit, -heet, -hede
- Van het Protogermaans *khaidus « eer, waardigheid van ». Het woord is allengs tot achtervoegsel geworden en heeft daarbij zijn oorspronkelijke betekenis verloren. [1]
Achtervoegsel
-heid v
- een achtervoegsel van hoedanigheid dat van een bijvoeglijk naamwoord een vrouwelijk zelfstandig naamwoord maakt
- met uitzondering van de woorden:
- christenheid, eenheid, godheid, hoedanigheid, inzonderheid, kindheid, mensheid, overheid, tweeheid, wezenheid
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
|
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.