hanigheid
Nederlands
Woordafbreking
- ha·nig·heid
Zelfstandig naamwoord
hanigheid v [1]
- de mate waarin iemand zich gedraagt als een bazige man; het de baas willen spelen
- Deze neiging heeft ieder mens, waarbij onderzoekers stellen dat vrouwen het sterker hebben dan mannen. Bij de heren is er een groter percentage dat door hanigheid gedreven complimenten incasseert – de complimenten zouden bewijzen dat carrièredrang succes heeft. [2]
Gangbaarheid
- Het woord hanigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hanigheid' herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Reformatorisch Dagblad W. B. Kranendonk 27-06-2016 Liever geen complimenten, of toch wel?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.