hanigheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·nig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hanigheid hanigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hanigheid v [1]

  1. de mate waarin iemand zich gedraagt als een bazige man; het de baas willen spelen
    • Deze neiging heeft ieder mens, waarbij onderzoekers stellen dat vrouwen het sterker hebben dan mannen. Bij de heren is er een groter percentage dat door hanigheid gedreven complimenten incasseert – de complimenten zouden bewijzen dat carrièredrang succes heeft. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord hanigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
65 %van de Nederlanders;
44 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.