luiigheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lui·ig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luiigheid luiigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

luiigheid v [2]

  1. het lui zijn
    • Ook ik vond mijn dochter vanaf het allereerste begin de allermooiste. Voorzichtige vragen als 'Wat geven jullie haar te eten?' snápte ik niet eens, en de foto's voor Moeder Anne Casting lagen al klaar. Pure luiigheid van mijn kant dat ik er nooit meer iets mee heb gedaan maar het had niets uitgemaakt. [3] 
    • Verwarm de oven voor op 150 graden. Schil de asperges. Ik hoef hier waarschijnlijk niet uit te leggen hoe belangrijk het is om dat goed te doen en hoe zonde wanneer je, uit zuunigheid of luiigheid, stukjes van de vezelige schil laat zitten. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord luiigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
60 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.