bolheid
Nederlands
Woordafbreking
- bol·heid
Zelfstandig naamwoord
bolheid v [1]
- het bolvormig zijn
- Het vreemdst aan de superbloedmaan van maandag was het verlichte sikkeltje dat vlak voor en vlak na de totale verduistering te zien was. Het was niet scherp begrensd en vooral: anders van vorm dan de sikkeltjes die we voor en na nieuwe maan zien. Daardoor ontbrak de suggestie van bolheid, de maan leek raar plat. [2]
- (figuurlijk) het vol zijn van eigenwaan
- Fred schetst hoe mensen elkaar binnen vier muren begluren, belagen, bedreigen, bekampen en terroriseren, vanuit een schreeuw om begrip en een schrijnende nood aan warmte. 'Fred is dan ook een reflectie op en over onze dagelijkse nonsensdialogen. Ondanks hun ondraaglijke bolheid vertolken die immers menselijke existentie', verduidelijkt Lies. [3]
- Wij zijn met Heer Bommel grootgebracht, hebben door het meebeleven van zijn avonturen de geheimen van de wetenschap, zowel zuiver (prof. Prlwytzkofski) als onzuiver (prof. Sickbock) kunnen ontraadselen, de roerselen van de artistieke ziel (Wammes Waggel, Terpen Tijn) leren kennen, de holheid van magistraten en bolheid van hoge politie-ambtenaren naar waarde leren schatten, de zorgen van de grootgrutter leren kennen, ons als ondernemers de spiegel door Super en Hieper laten voorhouden, en wat al niet meer. [4]
Gangbaarheid
- Het woord 'bolheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bolheid' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Karel Knip 3 oktober 2015 Lichtcirkels om ‘zachtstralend hemellichaam’
- De Standaard 30 AUGUSTUS 2008 Jos Laeremans Tal gaat met winnend toneelstuk buiten Aalst
- NRC 24 februari 1998 Heer van Stand
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.