raakheid
Nederlands
Woordafbreking
- raak·heid
Zelfstandig naamwoord
raakheid v [1]
- het precies en doeltreffend zijn van een uitbeelding of formulering
- Het ritme van de tekst, de raakheid van de formuleringen, de grapjes, ze waren vervangen door de zuigkracht van een nergens zichtbare, verborgen structuur, namelijk die van de naast elkaar bestaande scenario's en de sluipwegen, waarmee ze met elkaar verbonden waren. Spannend, maar om een andere reden dan het boek. [2]
- Over een thuiskomst in het berggebied waar zijn villa lag zegt hij: in arduos tollor Sabinos. Geen van de mij bekende vertalingen geeft dit letterlijk weer. Toch kan het niet anders dan zoals de dichter, al in de oudheid geroemd om de "wonderbaarlijke raakheid' van zijn formuleringen, het stelt: “naar het steile Sabijnse land word ik getild.” [3]
Gangbaarheid
- Het woord raakheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'raakheid' herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Dirk van Weelden 27 juli 1990 Dolen en tobben, puzzelen en dealen
- NRC Kees Verheul 21 augustus 1992 Geweerschoten bij de villa van Horatius; De vertaler is gewaarschuwd
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.