logheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • log·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling log met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord logheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

logheid v [1]

  1. het weinig wendbaar of flexibel zijn
    • Hij wist zijn stem in de soli dusdanig aan te passen dat hij over het koor heen zong, ook als hij niet de hoogste partij had. De grootte van het koor leek echter ook een zekere logheid met zich mee te brengen. [2] 
    • Start-ups zijn gewoon beter in transformatieve innovatie dan grote bedrijven, die zich meer kenmerken door logheid en focus op efficiency. Ik geloof niet zo dat kleine bedrijven in hun eentje alle sectoren zullen disrupten, maar ze houden de grotere bedrijven wel scherp”, zegt hij. [3] 
    • "Deze standaarden zijn al jaren bekend. Kleinere gemeenten als Venray en Emmen halen ook 100 procent. Dit zegt meer iets over de logheid van de Amsterdamse organisatie." [4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord logheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.