loosheid
Nederlands
Woordafbreking
- loos·heid
Zelfstandig naamwoord
loosheid v
- onbetrouwbaarheid
- in samenstellingen: [het eerste lid van het woord] niet hebbend; zonder het [eerste lid van het woord]
Synoniemen
- [1] slimheid, doortraptheid, geslepenheid, leepheid, bedrieglijkheid, valsheid, sluwheid
Afgeleide begrippen
[2] [het eerste lid van het woord] niet hebbend
Gangbaarheid
- Het woord loosheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'loosheid' herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.