witheid
Nederlands
Woordafbreking
- wit·heid
Zelfstandig naamwoord
witheid v [1]
- de mate waarin iets een witte kleur heeft; de mate waarin een oppervlak wit licht reflecteert of uitstraalt
- Rob Jetten is de nieuwe leider van D66. Mijn hemel, dacht ik, wat heeft die vent witte tanden. En je moest ze wel zien, want hij bleef maar lachen. En afgezet tegen zijn zwarte haar en donkere kostuum spatte die witheid nog extra van het scherm. [2]
- van mensen dat ze een blanke huidskleur hebben
- Zolang als ik me kan herinneren, heerste er op de scholen die mijn kinderen bezochten lichte schaamte over de witheid ervan. De ouderwets degelijke basisschool stond bekend als uitstekend, en dat was ook de reden dat ouders ervoor hadden gekozen. [3]
- Een van de vele oorzaken van de oogverblindende witheid van Hollywood, is het fenomeen whitewashing. Het zal weinig mensen ontgaan zijn dat Annie in de remake van de gelijknamige film uit 1982 geen roodharige met sproetjes is, maar een donker meisje met kroeshaar. [4]
Gangbaarheid
- Het woord witheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'witheid' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- De Telegraaf 10 okt. 2018 ’Rob Jetten te gepoetst’
- HP de Tijd BEATRIJS RITSEMA 25 JUN 2010 De plicht tot diversiteit
- HP de Tijd LISA BOUYEURE 23 JAN 2016 Blackwashing als alternatief voor toekomstige Oscar-boycots
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.