wankelheid
Nederlands
Woordafbreking
- wan·kel·heid
Zelfstandig naamwoord
wankelheid v [1]
- makkelijk kunnen omvallen
- (figuurlijk) het makkelijk kunnen veranderen
- Wat is de aard van historische kennis? Die is even voorlopig als alle andere kennis. - Wat is de aard van geschiedkundige verklaringen? Die is van een zelfde wankelheid als verklaringen van alledag. - Kunnen we het verleden eigenlijk wel kennen? Neen, maar dat doet er geen moer toe, want het gaat niet om kennen van maar om argumenteren over het verleden. [2]
Synoniemen
- [1] bouwvalligheid
- [2] tijdelijkheid, onbestendigheid, onstandvastigheid, veranderlijkheid, onvastheid
Gangbaarheid
- Het woord wankelheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Hollands Maandblad. Jaargang 1995 door Bastiaan Bommeljé(566-577)(1995) Een dubbel post mortem Karl Popper en de geschiedfilosofie
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.