zinnigheid
Nederlands
Woordafbreking
- zin·nig·heid
Zelfstandig naamwoord
zinnigheid v [1]
- nuttigheid, noodzakelijkheid, doordachtheid
- Ook al betwisten wij de zinnigheid van de missie toen die begon, halverwege stoppen is nog ongelukkiger, aldus de voorman van de sociaaldemocraten. De PvdA stemde tegen de missie en beoogd minister van Buitenlandse Zaken, de PvdA'er Frans Timmermans, noemde de missie kort geleden nog een probleem van andere partijen. [2]
Antoniemen
- onzinnigheid
Afgeleide begrippen
- onzinnigheid, uitzinnigheid, diepzinnigheid, fijnzinnigheid, vrijzinnigheid, waanzinnigheid, zwakzinnigheid, eigenzinnigheid, krankzinnigheid, kunstzinnigheid, lichtzinnigheid, rechtzinnigheid, stompzinnigheid, zachtzinnigheid, dubbelzinnigheid, geheimzinnigheid, scherpzinnigheid, ondubbelzinnigheid
Gangbaarheid
- Het woord zinnigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.