snoodheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snood·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snoodheid snoodheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

snoodheid v [1]

  1. slechtheid, boosaardigheid
    • Ze is nog steeds één van de meest iconische filmschurken ooit: Maleficent, de boze fee die in de klassieker Doornroosje uit 1959 de titelprinses wilde doden. Maar ook achter snoodheid zit een verhaal. Hoe deze dame zo hardvochtig werd, wordt nu verteld in het nieuwe Disney-avontuur Maleficent. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord snoodheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
64 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.