uitwonendheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·wo·nend·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitwonendheid uitwonendheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

uitwonendheid v

  1. het niet meer bij de ouders wonen van studenten

Gangbaarheid

  • Het woord 'uitwonendheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.