slankheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slank·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slankheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

slankheid v [1]

  1. het slank en sierlijk zijn; het niet dik zijn; het meer lang dan breed zijn
    • ,Ik liet me inspireren door de Duitse U-boot. Een onderzeeër is een intrigerend object, het heeft een bepaalde slankheid, is zeer herkenbaar. De crew-mentaliteit spreek me aan, dat je er soms onder druk moet werken. [2] 
    • Jan Schaefer was ook zo'n Amsterdammer die Fens bewonderde. Als liefhebber van bruggen lonkte dan ook de Jan Schaeferbrug. Daar wilde hij overheen. 'Vanwege de slankheid (zo tegenovergesteld tot het uiterlijk van de naamgever). Ik wil er ook overheen om Jan Schaefer, die ik als een heel groot Amsterdammer beschouw, te eren.' [3] 
    • Arie Theisens, medewerker vastgoed bij de gemeente Zeist, vertelt dat vooral het terugbrengen van de pinakels de toren een andere aanblik geeft. Pinakels zijn siertorentjes op steunberen. „Het herstel van deze pinakels geeft de toren veel van zijn oorspronkelijke neogotische slankheid terug.” [4] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • slankheidideaal, slankheidsideaal
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord slankheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.