onafheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·af·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van onaf met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord onafheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

onafheid v

  1. de mate waarin iets nog niet voltooid is, nog niet af is
Synoniemen
  • incompleetheid, onvoltooidheid

Gangbaarheid

  • Het woord onafheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
52 %van de Nederlanders;
39 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.