zwakzinnigheid
Nederlands
Woordafbreking
- zwak·zin·nig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding zwakzinnig met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwakzinnigheid | zwakzinnigheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zwakzinnigheid v [1]
- (medisch) het zeer weinig verstandelijke capaciteiten hebben
- Na een week besluiten ze in nauw overleg met het medisch team de behandeling te staken. "Er was sprake van diepe zwakzinnigheid en onbehandelbare epilepsie," vertelt Casper. "Nog los van zijn fysieke afwijkingen. Lennard wachtte een gruwelijk leven." [2]
- Opvallend is de stijging van het aantal sterfgevallen als gevolg van een psychische stoornis: 454 in 2015 om 194 in 1996. Bij psychische stoornissen valt te denken aan neurotische stoornissen, stoornissen in de psychische ontwikkeling en gedragssyndromen samengaand met lichamelijke symptomen en stoornissen, zwakzinnigheid en stoornissen. [3]
Vertalingen
1. het zeer weinig verstandelijke capaciteiten hebben
Gangbaarheid
- Het woord zwakzinnigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 19 september 2015 'We lieten Lennard en Simon los, uit liefde'
- Tubantia 30 juni 2016 Meer sterfgevallen in Twente door zelfdoding, moord en ongevallen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.