effenheid
Nederlands
Woordafbreking
- ef·fen·heid
Zelfstandig naamwoord
effenheid v [1]
- de gladheid van een oppervlak
- Glijoppervlakken, aanslagoppervlakken en andere functionele oppervlakken van een kunststofonderdeel hebben vaak eisen voor effenheid. De effenheid is één van de vormtoleranties en wordt op technische tekeningen met het symbool van de liggende ruit aangegeven, aangevuld met de tolerantiegrenzen. Twee vlakken evenwijdig aan het gegeven oppervlak begrenzen het tolerantiebereik. [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'effenheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'effenheid' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- naeff.nl Effenheid Effenheid geraadpleegd 26-11-2018
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.