effenheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ef·fen·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord effenheid effenheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

effenheid v [1]

  1. de gladheid van een oppervlak
    • Glijoppervlakken, aanslagoppervlakken en andere functionele oppervlakken van een kunststofonderdeel hebben vaak eisen voor effenheid. De effenheid is één van de vormtoleranties en wordt op technische tekeningen met het symbool van de liggende ruit aangegeven, aangevuld met de tolerantiegrenzen. Twee vlakken evenwijdig aan het gegeven oppervlak begrenzen het tolerantiebereik. [2] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'effenheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. naeff.nl Effenheid Effenheid geraadpleegd 26-11-2018
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.