kant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kant    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɑnt/
Woordafbreking
  • kant
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘zijde, rand’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1248 [1]
  • In de betekenis van ‘weefsel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1617 [1]
2,3 enkelvoud meervoud
naamwoord kant kanten
verkleinwoord kantje kantjes

Zelfstandig naamwoord

kant

  1. o een vorm van vlechtwerk gemaakt van dunne linnen of katoenen draden
    • Het kant op de rok was netjes afgewerkt. 
  1. m richting
    • De juiste kant werd aangegeven op het bord. 
  1. m zijde
    • Een vel papier heeft twee kanten. 
    • Het is de vraag van welke kant je dat bekijkt. 
  1. o (kleur) de kleur van de stof kant hebbend
    • Heeft u die ook in het kant? 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Aan de andere kant...
Een aanduiding om aan te geven dat men ook tegenovergesteld over iets kan denken.
  • Aan de kant zetten
Iemand of iets niet meer raadplegen of gebruiken.
  • Dat raakt kant nog wal.
Iets is volstrekt onbruikbaar.
  • De liefde kan niet van één kant komen.
als je samen iets doet zal ieder moeten bijdragen
  • Een dubbeltje op zijn kant zijn.
een gevaarlijke situatie zijn en maar net goed gaan
  • Het gras aan de andere kant van de heuvel is altijd groener.
men denkt dat anderen geen problemen hebben
  • Iemand van kant maken
Iemand doden
  • Iets over z'n kant laten gaan
ergens niets van aantrekken
  • de scherpste kantjes ergens vanaf halen
de meest pijnlijke aspecten van een maatregel verzachten
Vertalingen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen kantkanterkantst
verbogen kantekanterekantste
partitief kantskanters-

Bijvoeglijk naamwoord

kant [2]

    Werkwoord

    vervoeging van
    kanten

    kant

    1. enkelvoud tegenwoordige tijd van kanten
    2. gebiedende wijs van kanten

    Gangbaarheid

    • Het woord kant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
    99 %van de Nederlanders;
    100 %van de Vlamingen.

    Meer informatie

    Verwijzingen


    Bretons

    Telwoord (bre)
    0
    1 11 10 100 103
    2 12 20 200 106
    3 13 30 300 109
    4 14 40 400
    5 15 50 500
    6 16 60 600
    7 17 70 700
    8 18 80 800
    9 19 90 900

    Hoofdtelwoord

    kant

    1. honderd
    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.