zijkant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zijkant    (hulp, bestand)
  • IPA: /zɛɪkɑnt/
Woordafbreking
  • zij·kant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zijkant zijkanten
verkleinwoord zijkantje zijkantjes

Zelfstandig naamwoord

zijkant m

  1. datgene dat de zijde vormt
    • Aan de zijkant zit een handvat. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zijkant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.