lace

Engels
Uitspraak
enkelvoud meervoud
1 lace -

Zelfstandig naamwoord
enkelvoud meervoud
2 lace laces

lace

  1. (kleding) kant
  2. veter
vervoeging
onbepaalde wijs to lace
he/she/it laces
verleden tijd laced
voltooid
deelwoord		 laced
onvoltooid
deelwoord		 lacing
gebiedende wijs lace

Werkwoord

lace

  1. aanrijgen
  2. ineengrijpen, vervlechten
  3. toevoegen, verwerken met name van gif
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.